donderdag 25 juli 2024

Dokken en een steengroeve

Sinds we op de Kanaaleilanden zijn hebben we de Vlieger, althans als we niet geankerd in een baaitje lagen, steeds in een dok afgemeerd. Maar nu liggen we in een wel heel bijzonder dok.

Een dok is een groot bassin dat slechts vanaf enkele uren vóór tot enkele uren na hoogwater toegankelijk is. De toegang wordt namelijk beperkt door een drempel in de ingang van het dok. Deze drempel zorgt ervoor dat het dok niet helemaal leegloopt bij laagwater waardoor de boten in het dok zouden droogvallen. Want het verschil tussen hoog- en laagwater is hier op de Kanaaleilanden immens: gisteren was het springtij en zat er tussen hoog- en laagwater zo'n 8 meter verschil (ter vergelijking: in Hoek van Holland was het bij datzelfde springtij circa 2 meter). 

Toen we zo'n anderhalve week geleden vanuit Dartmouth St. Peter Port op Guernsey aanliepen, was het zo'n beetje laagwater. Dat betekende dat we eerst moesten afmeren aan het waiting pontoon, en daar wachten tot het water voldoende was gestegen om het Victoria dok in te kunnen. Dat kwam toen overigens wel goed uit want na een nacht pittig doorgezeild te hebben, was het fijn om nog even een paar uur slaap te pakken. 

Maar er zit ook een nadeel aan het feit dat je niet zomaar elk moment het dok in of uit kunt. Dat grote getijdeverschil veroorzaakt namelijk ook forse getijdestromen. Die wil je maar liever mee hebben in plaats van tegen. Toen we, na enkele dagen op Guernsey rondgestruind te hebben, naar Jersey wilden zeilen, moesten we om stroom mee te hebben rond laagwater vertrekken. Maar dan kun je dus het dok niet uit. We zijn toen een dag eerder het dok uitgegaan en hebben het anker uitgegooid in Havelet Bay, min of meer om de hoek bij St. Peter Port. De volgende dag konden we met een dikke stroom in de rug naar St. Helier op Jersey, waar we precies op het moment dat daar het dok open ging aankwamen. 

Gisteren vertrokken we, na ook weer enkele mooie wandeldagen op Jersey, een uurtje voor hoogwater uit St. Helier met als bestemming Beaucette op de noordoostpunt van Guernsey. Daarvoor moesten we het laatste stukje door de Little Russel waar de getijdestroom rond springtij wel tot 4 knopen oploopt (bijna 8 km/uur). Daar wilden we niet tegenin. Maar het hele stuk van St. Helier tot Beaucette met stroom mee, gingen we ook niet redden. We hebben daarom een tijstop gemaakt achter het anker in de mooie Fermain Bay aan de zuidoostkant van Guernsey, waar we aan het begin van de avond weer ankerop gingen voor het laatste stukje naar Beaucette.

Daarmee zijn we in een wel heel bijzonder dok terecht gekomen. Het was oorspronkelijk namelijk een steengroeve. Toen de winning ophield, bleef er een groot gat dicht bij de zee over. De eigenaar heeft toen met dynamiet een opening tussen de steengroeve en de zee gecreëerd. Het is een piepklein gaatje, over een drempel, waarin je ook nog eens een haakse bocht moet maken om de haven in te komen. Maar na deze hair raising approach lig je wel in een prachtig omsloten, intiem haventje waar de drukte van St. Peter Port heel erg ver weg is.