De modellenparade, waar we in onze vorige blogpost over schreven, stelde niet teleur. We kregen de beloofde wind, uit de goede hoek én niet zo'n beetje ook. Het werd daardoor een vlotte oversteek terug naar Nederland.
Donderdagochtend gooiden we los in Hartlepool. We begonnen de oversteek lekker rustig met net genoeg zuidwestenwind om te kunnen zeilen. Helaas nam die sneller af dan was verwacht. Maar om het goed te maken, kregen we nog wel enkele dwergvinvissen te zien. Even later begon het langdurig te regenen. Dat was het laagje waarachter de wind volgens de verwachtingen weer zou aantrekken en naar het westen zou ruimen.
 |
Lobsterpots: de schrik van elke zeiler
|
Het liep zoals was verwacht. Na een paar uur motoren, slalommend tussen de talloze boeitjes en vlaggetjes die kreeftenvallen (lobsterpots) markeren, en waarmee de Britse kust werkelijk bezaaid is, konden we weer onder zeil. Het grootzeil ging in de bulletalie, om klapgijpen te voorkomen, en de kluiver in de boom, waarna we 'goosewinged' richting Den Helder snelden. Rond zonsondergang zagen we de Britse kust achter de horizon verdwijnen en zeilden we een mooie door de volle maan verlichtte nacht in.
De wind trok al snel aan tot zo rond de 20 knopen en wij trokken het eerste rif in het grootzeil. Het ging mooi zo, de snelheid kwam niet onder de 6 knopen, en tikte zelfs regelmatig tegen de 7. Dat schoot lekker op! Ondertussen stuurde onze Ariës windvaanstuurinrichting Vlieger onverstoorbaar richting Den Helder.
 |
Goose winged naar Nederland |
Het enige minpuntje was dat Marie-José de pech had dat juist tijdens haar eerste wacht te kooi, de boom uit de kluiver moest omdat de wind een beetje kromp, én uitgerekend tijdens haar tweede wacht te kooi, de boom er weer in moest. De meeste zeilveranderingen, zoals een rif steken, kunnen door één van ons gedaan worden. Dan kan degene die van wacht af is, lekker blijven liggen. Maar om de boom in de kluiver te zetten, of er uit te halen, vinden we het toch prettiger om even met ons tweeën aan dek te zijn. Dus moest Marie-José uit de warme kooi en in haar oliegoed. Gelukkig kon ze beide keren ook weer vlot terug.
In de ochtend begon de wind, nog steeds geheel volgens de verwachtingen, af te nemen. Maar gelukkig hielden we nog genoeg wind om te blijven zeilen. Pas tegen het einde van de dag was het, ook zoals was verwacht, zover op dat de motor weer bij moest.
 |
Afgemeerd in Den Helder |
Voor de Nederlandse kust liggen drie verkeerscheidingsstelsels. Dat zijn een soort snelwegen voor de grote scheepvaart, met gescheiden 'rijbanen' en een virtuele middenberm. Wij, met ons jachtje, mogen ze alleen haaks kruisen en mogen daarbij de scheepvaart in de verkeersscheidingsstelsels niet hinderen, als we dat al zouden durven. De drukte in deze stelsels neemt doorgaans toe, richting de Nederlandse kust.
Dat was ook nu het geval. In het eerste verkeersscheidingsstelsel, 'Off Botny ground' geheten, zat toen we het overstaken helemaal geen scheepvaart. Dat ging makkelijk. In het tweede, 'Off Brown ridge' moesten we wel even goed mikken om veilig over te steken. En in het laatste, 'Off Texel' was het echt puzzelen om heelhuids aan de overkant te komen. Er denderde zowel in de zuidgaande baan, als in de noordgaande, een werkelijk eindeloze stoet schepen voorbij. Trump's tarievenoorlog heeft zo te zien nog weinig effect op de wereldhandel.
 |
Thuishaven voor de boeg |
Nadat we het laatste verkeersscheidingsstelsel waren overgestoken, was het nog maar een stukkie naar de aanloop van het Schulpengat. Daar liep nog een stevige vloedstroom naar binnen, zodat ook de allerlaatste mijlen naar Den Helder vlot in ons kielzog verdwenen. Zaterdagochtend om 5 uur, meerden we af. Dat was 41 uur nadat we uit Hartlepool waren vertrokken, en met 230 zeemijlen op het log.
Na nog een dagje lummelen was het tijd voor het allerlaatste rak van onze reis, naar de thuishaven. Daar meerden we vandaag aan het einde van de middag af. De cirkel is rond, we kijken terug op een prachtige reis.