Naar de rand van de zee

De Sea of the Hebrides ligt erbij als een spiegel als we van het kleurrijke Tobermory oversteken naar Barra. Dankzij het vlakke water kunnen we makkelijk de rugvinnen van dolfijnen spotten die links en rechts door het water schieten. Dat en de talrijke zeevogels maken dat we ons, hoewel we moeten motoren, geen moment vervelen.
Barra is één van de eilandjes van de Buiten-Hebriden die zich als een lint langs de westkust van Schotland uitstrekken.
De naam Hebriden zou ‘rand van de zee’ betekenen en dat past goed bij ons gevoel naar een echte uithoek op weg te zijn. We zijn benieuwd waar we terecht komen.
Laat in de middag scharrelen we voorzichtig Castle Bay binnen. Terwijl we proberen onze omgeving met het kaartje in de pilot te matchen, leidt een rondjes draaiend vinnetje opnieuw onze aandacht af.
We zien al snel dat het ditmaal niet vast aan een dolfijn vastzit, maar aan een reuzenhaai. En hoewel we weten dat dit enorme beest slechts een sullige planktoneter is, heeft dat rondcirkelende vinnetje toch iets lugubers. Is dat het indoctrinerende effect van films als Yaws? Bij het dorpje pikken we een vrije mooring op. Er liggen nog drie andere jachten. Nieuwsgierig naar onze nieuwe omgeving pompen we de bijboot op. Castle Bay blijkt een piepklein dorpje aan een mooie beschutte baai. Terug in de kuip genieten we van een prachtige avond in een verstilde omgeving. De volgende dag beklimmen we in prachtig weer de Heaven waarvan de top ons een prachtig uitzicht over het eiland biedt. Beneden in de baai schommelt de Vlieger aan haar mooring.
Een dag later varen we in alweer uitermate rustig weer naar Loch Maddy op North Uist. Alle moorings bij de ferrypier blijken bezet, maar een vriendelijke medezeiler wijst ons de weg naar een nog mooiere plek waar ook nog enkele moorings liggen. Deze baai is opnieuw een pareltje. Het plaatselijke hotel blijkt mountainbikes te verhuren en dat biedt ons een mooie gelegenheid North Uist per fiets te verkennen. Het wordt een prachtige fietstocht, waarbij we ons wel wat verkijken op de afstanden. Als we uitgeteld liggen uit te rusten in de berm, zien we boven ons een enorme zeearend rondcirkelen. Dat helpt!
We gaan op weg naar Harris. Netjes op tijd voor het tij glippen we Loch Maddy uit en sturen de Vlieger noordwaarts. Het is nog steeds vrijwel windstil en we besluiten na een vermetele poging te zeilen, toch maar weer de motor te starten. Vroeg in de middag gaan we voor anker in de bijzonder krappe baai bij Tarbert en verkennen het dorpje waar de befaamde Harris Tweed de belangrijkste attractie is.
Harris ligt min of meer tegenover de Shiant Islands, een bestemming waar we al lang naar uitkijken. Dit kleine groepje eilanden aan de noordkant van de Little Minch, werd in de jaren 30 van de vorige eeuw voor 1400 pond gekocht door de Britse auteur Nigel Nicolson. Zijn zoon Adam erfde de eilanden en schreef er een prachtig boek over wat in het Nederlands werd vertaald onder de titel Zeezicht. Hij verhaalt daarin met een jongensachtig enthousiasme over het leven op de eilanden, de historie ervan, de woeste zee en de bijzonder rijke natuur. Als je nog niet van plan was deze eilanden ooit te bezoeken, dan komt dat vanzelf als je Nicolson’s boek gelezen hebt. Hij weet je namelijk, aldus de recensent van de Daily Telegraph, op te zadelen met heimwee naar een plek waar je nog nooit geweest bent. En dat was ons dus ook overkomen.
We scharrelen uitgebreid tussen de eilanden rond. Golven breken hevig op de indrukwekkende rotsformaties waar duizenden papagaaiduikers nestelen. Vage plannen om voor anker te gaan in de baai die volgens de Sailing Directions alleen geschikt is als tijdelijke ankerplek, laten we varen. Er loopt een ongemakkelijke deining en het zal later die avond ook nog hard gaan waaien uit de hoek waar het open baaitje geen enkele beschutting biedt. We komen hier nog wel eens terug.
We zeilen rustig naar Loch Shell, waar we diep in het loch een mooie beschutte ankerplek vinden bij de monding van een riviertje. We kijken omhoog de wildernis van het natuurgebied Pairc in. De imponerende stilte wordt alleen doorbroken door de ijle roep van een goudplevier. Achter ons zien we bruinvissen jagen in het loch. De wind trekt in de loop van de nacht flink aan en als we de volgende dag koers zetten naar Stornoway, staat er in de North Minch een pittig zeetje. De ondoordringbare drizzle maakt het bovendien een natte tocht.
Stornoway is weer eens een echt haventje in een echt stadje. We huren een auto om Lewis en Harris uitgebreid te verkennen en vergapen ons aan Black houses, prehistorische stenencirkels, het ruige berggebied wat Lewis van Harris scheidt en de marchairs, de kleurijke graslanden aan de westkust. Als we dan ook nog de was hebben gedaan, water getankt en de voorraden aangevuld, laten we de rand van de zee weer achter ons. De Buiten Hebriden vormen inderdaad een uithoek, maar wel een hele mooie.

We publiceerden dit verhaal in Ziltmagazine nr 75 (2012).