We hebben een mooi plan voor onze zomerreis. Maar ja … een zeilplan. Die worden in zand geschreven, bij laagwater.
Of we het plan kunnen uitvoeren is afhankelijk van weer en wind. Dat geldt zeker voor wat we wel als het hoogtepunt van ons zeilplan zien: een bezoek aan St. Kilda. St. Kilda is een kleine archipel in de Atlantische oceaan, een flink eind ten westen van de Buiten Hebriden. De archipel bestaat uit vier kleine eilanden en een handvol rotsen.
Op de een of andere manier spreekt deze archipel ons nogal tot de verbeelding. Waarom? Eigenlijk weten we dat niet zo goed. Is het de overdonderende natuur die we er zullen aantreffen? Omdat het zo afgelegen ligt? Of omdat het zo lastig te bereiken is? Want om naar St. Kilda te kunnen zeilen moeten we veel geluk hebben met het weer. Het kan er namelijk nogal ruig aan toe gaan in dit deel van de oceaan. Loch Hiort, de ankerplek op Hirta, ligt bovendien nogal open. Dat betekent dat we er alleen kunnen ankeren als de oceaan zich een beetje koest wil houden.
Dat het een ruige bestemming is, leert ons ook de geschiedenis. De archipel is sinds 1930 onbewoond. In dat jaar vertrokken de laatste 36 bewoners van Hirta - het enige bewoonde eiland van St. Kilda - naar het Schotse vaste land. Het leven op het kleine eiland was onhoudbaar geworden. Een regelmatige bootverbinding bestond niet vanwege de vaak te ruwe zee rondom het eiland. Die ruwe zee was ook de reden waarom de bewoners van Hirta niet aan visserij deden. In plaats daarvan hielden ze zich in leven met wat landbouw, het rapen van eieren en het vangen van zeevogels.
Die zijn er in overvloed. St. Kilda is de belangrijkste broedplaats voor zeevogels in Noordwest-Europa; er broeden er naar verluidt meer dan een miljoen. De archipel herbergt de grootste kolonie zeekoeten ter wereld (!), en de grootste kolonies papegaaiduikers en Noordse stormvogels van Groot Brittanie. Kortom, als het ons lukt St. Kilda te bezoeken, dan zullen onze kijkers niet veel rust krijgen.
Hoewel St. Kilda centraal staat in ons plan, draait het niet uitsluitend om St. Kilda. Ook als we St. Kilda niet kunnen aandoen, wordt het vast een mooie reis. Het idee is om, afhankelijk van weer en wind, eerst naar Inverness te zeilen en dan via het Caledonisch Kanaal, dwars door de Schotse Hooglanden, naar de Hebriden. Als we dan uitvoerig hebben rondgescharreld in de (Buiten) Hebriden en hopelijk St. Kilda hebben aangelopen, zetten we koers naar de Ierse Zee waar we onder andere Belfast, Dublin en het Isle of Man als bestemming in gedachten hebben. Vervolgens is het de bedoeling om, na nog een stop op de Scilly eilanden, door het Engels Kanaal weer terug naar onze veilige thuishaven te zeilen.
We kijken uit naar deze reis. Maar we weten ook dat we ons plan met laagwater in het zand hebben geschreven en dat op enig moment - onherroepelijk - de vloed zal opkomen.