Cap Gris Nez |
Voor ons is het Kanaal meestal een tweede keus. Als het weer een reis naar het noorden onaantrekkelijk maakt, wenden we de steven zuidwaarts. Tweede keus dus eigenlijk. Zo ook in 2022. Maar dat wil niet zeggen dat het geen leuke zeiltochten zijn. We noemen het onze korte broeken reizen. Ook wel een keertje lekker.
Met de blanke top der duinen over bakboord zakken we af, steken de Maasmond over en zoeken ons een weg tussen de windparken, banken en verkeersscheidingsstelsels voor de Zeeuwse en Belgische kust. De ochtend na ons vertrek uit IJmuiden lopen we een zomers Dunkerque binnen. We laven ons er aan moules frites en vervolgen de volgende dag, als het tij weer de goede kant oploopt, onze reis rond Cap Gris Nez naar Boulogne. Een derde dagtocht brengt ons in Dieppe. Van daaruit halen we weer een nachtje door en steken recht over naar Cherbourg. Hoewel we tot Dieppe geplaagd werden door een hardnekkig gebrek aan wind, kunnen we op weg naar Cherbourg heerlijk zeilen met het grootzeil in de bulletalie en de kluiver op de boom. Vroeg in de ochtend lopen we Cherbourg binnen.Braye Harbour, Alderney |
Na enkele lummeldagen in Cherbourg vinden we het tijd worden om het Franse gastenvlaggetje te verwisselen voor het Britse. Maar eerst moet de quarantainevlag erin, zo leren ons de voorschriften van Guernsey. De Kanaaleilanden zijn zelfstandige staten met een eigen bestuur, eigen munt en eigen regels, waaronder douaneregels. En die schrijven voor dat de quarantainevlag in het want moet totdat is ingeklaard en dat dan pas de gastenvlag erin mag.
Na een rustig zeiltochtje lopen we Braye Harbour op Alderney binnen. Alle meerboeien in de haven zijn bezet, maar er is genoeg ruimte om te ankeren. En we weten van een eerder bezoek dat Braye Harbour prima ankergrond heeft. De volgende dag pompen we de bijboot op om een mooie wandeling te maken langs de talloze fortificaties langs de kust van Alderney. De schrik voor een Franse verovering van de eilanden zat er bij de Britten kennelijk goed in.
Noordkust Jersey |
Een dag later zetten we koers naar Jersey. We passeren The Swing mooi op de kentering en torren dan, het is wederom windstil, zuidwaarts. We arriveren mooi op tijd voor het dok in St. Helier. Daar trekken we er enkele dagen op uit om Jersey te voet te verkennen. Een gesprekje op de steiger in St. Helier met een Britse zeiler bevestigt een aanbeveling die een steigergenoot in onze thuishaven ook al deed: we moeten beslist Beaucette op Guernsey bezoeken.
Maar eerst maken we nog een stop in St. Peter Port op Guernsey. En omdat we uit Jersey komen, wat een ander baljuwschap is dan Guernsey, moeten we opnieuw de quarantainevlag zetten, een douaneformulier invullen en inleveren, waarna de quarantainevlag eruit mag en de gastenvlag erin.
De hair raising approach van Beaucette |
De volgende dag varen we door de Little Russel naar Beaucette. We zijn te vroeg in het tij om naar binnen te kunnen en maken vast aan één van de wachtboeien. Van daaruit kijken we toch wel met enige zorg naar het piepkleine gaatje waardoor we straks de haven in moeten. Het lijkt van buitenaf een ware hair raising approach. Gelukkig komt, zodra er genoeg water op de drempel staat, de havenmeester met een motorbootje naar buiten, en nodigt me uit om even met hem mee terug de haven in te varen om de situatie te bekijken. Dat helpt!
Het haventje is een voormalige groeve. Door een stuk van de rotswand tussen groeve en zee op te blazen, is een opening naar zee gemaakt en kon er een haven worden aangelegd in het gat wat ooit de groeve was. Beaucette staat bekend als haven van waaruit mooie wandelingen kunnen worden gemaakt en dat kunnen we beamen. Bovendien blijkt er een uitstekend restaurant op de haven te staan. We zijn blij dat we de aanbevelingen om hier naar toe te gaan hebben opgevolgd.
Dartmouth |
Beaucette is onze laatste stop op de Kanaaleilanden. We steken met een mooie westenwind het Kanaal over naar Dartmouth. Daarmee lopen we het Verenigd Koninkrijk aan, en dat betekent opnieuw de quarantainevlag omhoog, en ditmaal een digitaal formulier invullen en telefoontjes naar de National Yachtline en de borderforce. Nadat we ook dat allemaal geregeld hebben kan voor de laatste keer de quarantainevlag omlaag en de red ensign omhoog. Het vlaggengedoe krijgt intussen wel iets hilarisch.
We herinneren ons van een eerder bezoek aan Dartmouth een prachtige wandeling rond het Dart estuarium gemaakt te hebben. We vissen opnieuw de wandelschoenen uit het vooronder en genieten opnieuw van deze mooie tocht. De lange steile klim aan het eind hadden we kennelijk uit ons geheugen gewist. Terug in Dartmouth strijken we lichtelijk uitgeteld met een grote pint koud bier neer op het terras van de yacht club.
Het licht op Portland Bill |
Vanuit Portland gaan op weg naar Lymington, een lief haventje aan de rand van het New Forest National Park wat we weer eens willen bezoeken. Als we het riviertje opvaren op zoek naar een vrije mooring, komt de havenmeester ons tegemoet varen. Of we geboekt hebben. Geboekt? Het is inderdaad nogal druk. De moorings die hier vroeger lagen zijn vervangen door drijvende steigers. En kennelijk moet je van te voren boeken. Gelukkig weet de havenmeester nog een plekje voor ons te vinden. We besteden enkele waldagen om vanuit Lymington New Forest fietsend en wandelend te verkennen.
De Needles |