zondag 3 november 2013

Zomer 2013: Noorwegen, Sognefjord

Na rustig vanuit Lelystad naar Makkum te zijn gezeild, verruilen we de eerste juli het zoete IJsselmeer voor het zilte Wad. en spoelen vervolgens aan het begin van de avond op de vloed het Stortemelk uit. We leggen Vlieger op een noordelijke koers. De zuidwestenwind is net sterk genoeg om te kunnen zeilen, maar bijster hard gaat het niet. 

Na 3 etmalen meren we met 394 mijl op het log in Skudenesshavn af. Daar is het hartstikke druk vanwege een festival, een fenomeen wat het meest doet denken aan onze braderieën. We lopen het stadje in en eten bij een van de kraampjes onze eerste waffeln.

Vanuit Skudeness gaan we op weg naar de Sognefjord. We kunnen veel zeilen, en maken stops in onder andere het idyllische Notlandsvag. Het mooie ankerplekje wat onze pilot bij Vagoy belooft, blijkt bezet te worden door het gloednieuwe jachthaventje van de Ran Seilforeigning. Maar ook daar liggen we prima. Vanuit Rutledal, aan het begin van de Sognefjord en waar we ankerden, duiken we de Sognefjord in. Onze pilot waarschuwde voor het gebrek aan havens in de Sognefjord, maar wij troffen toch op dagtochtafstand voldoende gelegenheid om af te meren.

Onze eerste stop is Vik, waar we in een wederom gloednieuw verenigingshaventje een prima ligplaats vinden. Vanuit het haventje is het een mooie wandeling naar een van de befaamde staafkerken. Daarna steken we de Sognefjord over naar de Fjaerlandsfjord, waar we het water langzaam maar zeker de grijsgroene tint zien krijgen die het sediment in het smeltwater van de Jostedal gletsjer veroorzaakt. We meren de Vlieger af aan het steigertje achter de supermarkt van Fjaerland aan het uiteinde van de fjord, waar we een prachtig uitzicht op de gletsjer hebben. Een mooie wandeling brengt ons eerst naar het gletsjermuseum, dat we vinden tegenvallen, en daarna naar de voet van een van de uitlopers van de gletsjer. 

Het biertje dat we later die middag onder de vloer wegpakken, is ijskoud. We liggen afgemeerd in water dat maar net boven het vriespunt is. Een dag later varen we naar Balestrand, dat aan het begin van de Fjaerlandsfjord ligt. Daar maken we een pittige klim naar de top van de Raudmelen. Die klim maken we op wat de laatste mooie dag blijkt te zijn. Het weer slaat om en de regen beneemt ons elk zicht op de omgeving.

We besluiten dat het onder deze omstandigheden niet zo veel zin heeft verder de Sognefjord te verkennen. We besluiten richting kust te gaan, daar is het vaak wat beter weer dan in de fjorden. Via Leirvik varen we eerst naar Florø, een wat groter plaatsje met een heuse jachthaven waar we een wasmachine en droogtrommel tot onze beschikking hebben. Dat laatste is, omdat het nog steeds kletsnat is, geen overbodige luxe. 

Vanuit Florø gaan we de met eilandjes bezaaide kust verkennen en we maken kennis met een prachtige wereld. We bezoeken met inmiddels weer prachtig zomerweer Svanøy, Atløy en Vaerøy. Overal treffen we mooie ligplaatsen, soms wel erg druk, en veel gelegenheid om te wandelen en te klimmen. Na nog een nachtje achter het anker bij Trovag aan de zuidpunt van Ytra Sula, maken we nog een stop op het mooie eiland Fedje. Daarna laten we het eilandenrijk achter ons. Terugblikkend concluderen we dat, hoewel ons eigenlijke reisdoel de Sognefjord was, we het kustgebied met al die eilandjes eigenlijk veel leuker vonden. Vanuit Fedje varen we weer, nu veelal op de motor, in enkele dagtochten naar Tananger. Het lijkt met elke mijl die we zuidelijker komen ook drukker te worden. Vooral de talloze, vaak snoeihard varende motorbootjes, beginnen ons danig de keel uit te hangen

Na een dagje Tananger kiezen we weer het ruime sop voor de thuisreis. De wind blijft hardnekkig uit zuidelijke richting waaien. Gelukkig schommelt de windrichting wel redelijk gelijkmatig tussen zuidoost en zuidwest, zodat we enigszins in een rechte lijn op het Stortemelk kunnen blijven aansturen. De wind haalt, terwijl we het verkeersscheidingsstelsel boven de eilanden oversteken, nog flink uit zodat we met een ZW 7 op kop de ZS boei verkennen. Iets meer dan 3 etmalen na vertrek en met 415 mijl op het log maken we vast in de afgeladen haven van Vlieland.